Bahasa Belanda, penasrifan future tense

Penasrifan OTTT

Setelah mempelajari bentuk OTT, OVT, VTT dan VVT. Sekarang kita belajar OTTT (onvoltooid tegenwoordig toekemende tijd) atau didalam bahasa Inggrisnya sepadan dengan simple future tense.

Didalam membentuk OTTT ini, pada intinya, hanya ada penambahan kata bantu zullen (akan) sebelum kata kerja.

Penasrifan zullen:

Persoon	OTTT
Ik	zal
Jij/je, U	zult
Hij, Zij, Het	zal
Wij	zullen
Jullie	zullen
Zij, Ze	zullen

Apabila dirangkai dengan kata kerja:

Persoon	OTTT	Arti
Ik	zal eten	I will eat
Jij/je, U	zult eten	You will eat
Hij, Zij, Het	zal eten	He, She, It will eat
Wij	zullen eten	We will eat
Jullie	zullen eten	You will eat
Zij, Ze	zullen eten	They will eat

Penasrifan OVTT

Selain bentuk diatas, ada pula OVTT (onvoltooid verleden toekomende tijd), yaitu bentuk future dari OVT yang sudah kita pelajari. Untuk mendapatkan OVTT ini, kita harus menasrifkan zullen kedalam bentuk OVT dulu.

Persoon	OVTT
Ik	zou
Jij/je, U	zou
Hij, Zij, Het	zou
Wij	zouden
Jullie	zouden
Zij, Ze	zouden

Apabila dirangkai dengan kata kerja:

Persoon	OVTT	Arti
Ik	zou eten	I would eat
Jij/je, U	zou eten	You would eat
Hij, Zij, Het	zou eten	He, She, It would eat
Wij	zouden eten	We would eat
Jullie	zouden eten	You would eat
Zij, Ze	zouden eten	They would eat

Penasrifan VTTT

VTTT (voltooid tegenwordig toekomende tijd) adalah present future perfect tenses. Didalam bahasa Inggris, polanya adalah S + Would + have + V3.

Persoon	OVTT	Arti
Ik	zal gegeten hebben	I would have eaten
Jij/je, U	zult gegeten hebben	You would have eaten
Hij, Zij, Het	zal gegeten hebben	He, She, It would have eaten
Wij	zullen gegeten hebben	We would have eaten
Jullie	zullen gegeten hebben	You would have eaten
Zij, Ze	zullen gegeten hebben	They would have eaten

Penasrifan VVTT

Voltooid verleden toekomende tijd didalam bahasa Inggris padanannya adalah past future perfect tenses, yg berpola  S + would + had + v3.

Persoon	OVTT	Arti
Ik	zou gegeten hebben	I would had eaten
Jij/je, U	zou gegeten hebben	You would had eaten
Hij, Zij, Het	zou gegeten hebben	He, She, It would had eaten
Wij	zouden gegeten hebben	We would had eaten
Jullie	zouden gegeten hebben	You would had eaten
Zij, Ze	zouden gegeten hebben	They would had eaten